Het waren mijn laatste weken als leerling in mijn eindstage op een revalidatie afdeling waar ik over mezelf leerde dat ik het motiveren en stimuleren van patiënten één van de mooiste aspecten van dit vak vind.
Nét de juiste snaar weten te raken om de aandacht te verleggen van dat-wat-er-weg-is
naar dat-wat-er-nog-wél-is.
Natuurlijk mag verdriet er zijn.
Laat die tranen vooral rollen. Dan kun je daarna weer door.
Dhr J. verbleef bij ons voor revalidatie na een hersenbloeding.
Daarvoor stond hij nog volop in het leven, werkte in een nachtclub en ging veel naar de sportschool begreep ik uit zijn dossier die ik wegens werkdruk, maar vluchtig las.
J. was nog jong, begin 50. Met een sterk en gespierd, zonnebank bruin lichaam.
De hersenbloeding heeft geresulteerd in een halfzijdige verlamming en afasie.
Waardoor hij geluiden kan maken, maar geen woorden kan vormen.
Hij is zeer gemotiveerd om zoveel mogelijk zelf te doen.
's Ochtends vertel ik dat ik kom helpen met opfrissen.
Wat dhr zelf lukt, doet hij met zijn 'goede' kant.
Ondertussen was ik zijn benen en geslachtsdeel en ik merk op dat
het specifieke lichaamsdeel op mijn aanraking reageert.
Ik leg een handdoek over zijn middel.
Dhr maakt een geluid.
We kijken elkaar aan.
Hij probeert me iets te zeggen, maar ik kan helaas niets uit zijn klanken opmaken.
Zijn ogen staan gefrustreerd en zijn gezicht wordt rood.
"Ik denk dat ik wel begrijp, dat dit vervelend voor je moet zijn"
"maar ik ben wel wat gewend joh" zeg ik, terwijl ik met mijn hand een wegwuifgebaar maak.
Het gezicht van meneer wordt nog roder en hij maakt weer een geluid.
Hij schaamt zich, denk ik.
A: "Nee joh! het is echt niet erg!".
Zeg ik.
A: "Laat maar gaan!".
Dhr schudt een soort 'nee' met zijn hoofd, zwaait met zijn hand en wijst naar onderen.
A: "Doet het pijn?" zeg ik verschrikt.
Dhr schudt nog eens Nee, maakt een geluid en maakt met zijn goede hand een soort knijpbeweging.
A: "Oh, kan ik weer verder met wassen?". "Bedoel je dat?".
Hij zucht.
Een snelle blik onder de handdoek verraad dat 'de storm is gaan liggen'.
Ik pak op waar ik gebleven was, maar zodra ik hem 'daar' aanraak, gebeurd er hetzelfde.
Dhr schudt weer met zijn, inmiddels nog rodere, hoofd en slaakt een diepe zucht.
Een zucht die klinkt als; "laat-alles-ook-maar-helemaal-zitten".
"Frustrerend voor je he" zeg ik.
"Ik neem het je niet kwalijk hoor".
Hij kijkt me niet meer aan. En ik laat het voor wat het is.
Hij voelt zich zeer ongemakkelijk, denk ik.
In de dagen erna herhaalt zich steeds hetzelfde ritueel tijdens de zorg.
Kiekeboe --> handdoek erover --> dhr probeert zich met een rood hoofd te verontschuldigen met klanken --> ik zeg iets en maak een wegwuifgebaar met mijn hand.
Mijn reacties worden steeds creatiever:
"Ah joh, is de natuur"
"Het is menselijk"
"Kan de beste gebeuren"
"Geeft toch niets"
"Meestal is het tegenovergestelde aan de hand als een vrouw zegt dat het niet geeft"
"Die doet het in ieder geval nog wel"
"Hoppaaaaa"
De laatste is favoriet en humor blijkt de beste remedie te zijn om dhr op zijn gemak te stellen. We kunnen er samen flink om lachen.
Door therapie krijgen zijn klanken in de volgende dagen meer vorm en leer ik hem steeds iets beter begrijpen.
Hij lijkt me elke keer dat het gebeurd, duidelijk te willen maken dat hij het vervelend voor me vind en ik zeg steeds dat het oke is.
Op een middag besluit ik om het tijdens de lunch met mijn collega's op tafel te leggen.
Misschien hebben ze tips.
Ik richt met tot G. de wat oudere dame en meest ervaren collega in ons midden.
A: "Ik zit ergens mee in de verzorging van Dhr J.".
"Of.. nou ja.. ik niet zozeer, maar meneer zelf denk ik.".
G: "Vertel.".
A: "Als ik hem verzorg dan, nou ja... dan reageert zijn lichaam daar op".
G: "Ja?".
Ze kijkt me aan met een blik die zegt dat ik me duidelijker moet uitdrukken omdat ze niet begrijpt wat ik wil zeggen.
A: "Ja". "Ehm". "Nou ja".
"Hij krijgt dus elke keer een erectie..... en ik weet niet of iets verkeerd doe".
"Of, misschien doe ik iets juist heel erg goed".
Grap ik.
G. kijkt naar de andere collega's en iedereen valt stil.
A: "Ik vraag me dus af, of dit ook gebeurd als jullie hem verzorgen en hoe ga je er dan mee om?".
De mond van G. valt open en ze kijkt me beduusd aan.
Ik kijk naar mijn andere collega's en dan ineens proest iedereen het uit.
Ik lach een beetje schaapachtig mee.
A: "Wat?"
"Wat is er?".
De lachsalvo's schieten om mijn oren.
De éne nog harder dan de andere.
Met van die stiltes tussendoor omdat je 'erin blijft'.
Waarbij je dan eerst een ademteug moet halen eer je door kunt schateren.
Met stampenvoeten op de vloer en handenklappen op de knie.
En ik... heb werkelijk geen idee waarom.
G: "Weet je het dan niet?".
"Ze weet het niet!". Hoor ik proestend om me heen.
A: "Wat weet ik niet?".
Ik zie de tranen van het lachen over de wangen van mijn collega's biggellen.
A: "Zeg nou jongens?". "Wat moet ik weten?".
Ik ga op het puntje van mijn stoel zitten.
"Hij heeft een pompje" zegt G. gierend van het lachen.
A: "Een pompje?"....
Ik heb echt geen flauw idee wat ze bedoeld.
Weer schiet iedereen in de lach.
"Ja, een pompje".
"In zijn scrotum." zegt G.
"Een erectieprothese".
"Als je op het scrotum drukt, dan zwelt er een buisje in de penis op,
waardoor hij een kunstmatige erectie krijgt".
Mijn mond valt open van verbazing.
Ik wist niet eens dat het bestond.
Ik ben perplex en voel het schaamrood naar mijn kaken stijgen als ik alle uitlegpogingen van dhr aan me voorbij zie flitsen en ga direct naar hem toe.
A: "Oh meneer J, ik weet het" zeg ik terwijl ik met mijn hand op mijn voorhoofd sla.
Hij kijkt me niet begrijpend aan.
"Van uw pomp!" zeg ik.
"Ik weet het van uw pomp!"
Hij slaakt een diepe zucht die vanuit zijn tenen lijkt te komen, laat zijn schouders zakken en zegt iets dat klinkt als: "Hé, hé".
Zijn hoofd schudt een beetje en in zijn blik lees ik "sjongejongejongejonge".
A: "Sorry hoor, dat ik er niet voldoende oog voor heb gehad dat u iets anders probeerde uit te leggen. Daar kwam denk ik de frustratie vandaan?".
Dhr J: "sssokeeeeee".
A: Is het oke?
Dhr knikt en steekt zijn duim op.
Als ik terug loop naar de ruimte waar mijn collega's zitten, hoor ik dat ze nog steeds lachen.
En ik moet ook lachen.
Om het verhaal, zijn reactie op mijn excuus.
Om alles dat ik zelf heb opgepompt....
Hoppaaaaaa!
Comments